Kiezersonderzoek volkshuisvestingsbeleid

De Woonbond liet een onafhankelijk een onderzoek uitvoeren

Conclusie

Onder de Nederlandse kiezers is de steun voor koerswijzigingen op het gebied van wonen groot, zoals het reguleren van de vrije sector, het bevriezen van de huren en een hoog aandeel sociale huur op nieuwbouw. De steun is groter dan bij sommige partijen zelf. Zo zien we vaker terug dat kiezers van partijen standpunten in nemen die niet overeen komen met de standpunten van de partijen zelf. Derhalve mag geconcludeerd worden dat als de partijen de standpunten van hun eigen achterban zouden volgen het volkshuisvestingbeleid in Nederland aanzienlijk zou wijzigen. De politiek is verdeeld over zaken waar de achterbannen dat niet zijn. Voor wie dit belangrijke issues vindt valt er dus wat te kiezen. In het kiezersonderzoek hebben we ook gekeken naar voorkeuren aan de hand van de woonsituatie van kiezers. Hierbij komt naar voren dat huurders in de vrije sector bovengemiddeld voorkeur hebben voor links/progressieve partijen en kiezers in de sociale sector juist bovengemiddeld een voorkeur hebben voor rechts/conservatieve partijen. Kiezers in een koopwoning komen nagenoeg overeen met het gemiddelde aan politieke voorkeuren.

Inleiding

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 heeft de Woonbond een reeks aan stellingen voorgelegd aan de Nederlandse bevolking. Uit diverse kiezersonderzoeken blijkt dat kiezers wonen het belangrijkste thema vinden voor de aankomende verkiezingen.

Het betreft de volgende stellingen:

  1. De huren moeten bevroren worden in 2024.
  2. Er moet een wet komen die de maximale hoogte van huurprijzen in de vrije sector vastlegt.
  3. Van de nieuwbouw moet minimaal 40 procent sociale huur zijn.
  4. Ik vind het belangrijk dat gemeenten met weinig sociale huurwoningen, meer sociale huurwoningen gaan bijbouwen.
  5. Er moet een verbod komen op de verkoop van sociale huurwoningen door woningcorporaties.
  6. De huurprijzen van slecht geïsoleerde woningen moeten omlaag.

1. “De huren moeten bevroren worden in 2024″

Met de verwachte hoge huurstijging, van respectievelijk 5,8% in de sociale sector en 4,9% in de vrije sector maken veel huurders zich zorgen over de huurstijging. Dit zien we dan ook terug in brede steun voor een huurbevriezing in 2024. Maar liefst 70% is hier vóór en slechts 13% tegen.
Bij nagenoeg alle kiezers bij de diverse partijen is er brede steun voor een huurbevriezing. Ook Nederlanders die woonachtig zijn in een koopwoning zijn hier voor (61%).

2 – “Er moet een wet komen die de maximale hoogte van huurprijzen in de vrije sector
vastlegt”

Momenteel is een wet in de maak (“Wet Betaalbare Huur”) die een maximale huurprijs in de vrije sector moet regelen. Hiermee wordt ook buiten de sociale sector een deel van de markt gereguleerd met een maximale huurprijs. Steun voor deze wet is vooralsnog onzeker. De VVD heeft zich hier tegen uit gesproken en de BBB heeft in haar verkiezingsprogramma ook gemeld hier tegen te zijn. Het standpunt van Nieuw Sociaal Contract is nog onbekend.
Voor de regulering van de vrije sector is echter zeer grote steun onder kiezers, ook de kiezers die VVD en BBB overwegen zijn voor. In totaal is 77% voor en slechts 12% tegen. Onder huurders in de vrije sector is de steun maar liefst 92%.

3 – “Van de nieuwbouw moet minimaal 40 procent sociale huur zijn.”

Minister Hugo de Jonge heeft afspraken gemaakt met provincies en gemeenten voor de bouw van circa 900.000 woningen, waaronder 250.000 sociale huurwoningen. Deze afspraken moeten nog wettelijk worden verankerd in de Wet Regie op de Volkshuisvesting. De Woonbond peilde met deze stelling de steun voor een aanzienlijk groter aandeel sociale huur op de nieuwbouw, namelijk 40%.
Voor een groter aandeel sociale huur op de nieuwbouw blijkt zeer grote steun. 70% van de kiezers is hier voor en slechts 16% tegen. Ook hier valt op dat de steun heel breed verspreid is over de politieke partijen. Eigenaren van een koopwoningen zijn hier ook ruim voor, met 64% steun. Onder sociale huurders is de steun 85%.

4 – “Ik vind het belangrijk dat gemeenten met weinig sociale huurwoningen, meer sociale
huurwoningen gaan bijbouwen.”

In de Wet Regie op de Volkshuisvesting is eveneens een verplichting opgenomen voor gemeenten met weinig sociale huur om méér sociale huurwoningen bij te bouwen. De VVD betitelde dit eerder als “achterstandswijken over heel Nederland uitrollen” en bood hier later hun excuses voor aan. Onder kiezers, ook onder die van de VVD, is hier echter zeer grote steun voor. Maar liefst 80% van de kiezers is hier voor, slechts 8% is tegen.

5 – “Er moet een verbod komen op de verkoop van sociale huurwoningen door
woningcorporaties.”

Begin september bepleitte de Woonbond in een opinie artikel in het Algemeen Dagblad de stop op de verkoop van sociale huurwoningen door woningcorporaties. Deze stelling levert het meest gemengde beeld op van de uitgezette stellingen. Hier zijn uiteindelijk wel méér kiezers voor dan tegen, namelijk 49% om 31%. Hier zijn we echter ook dat kiezers van diverse partijen het hiermee oneens zijn (onder andere VVD, D66 en CDA). De steun voor een verbod is lichtelijk groter onder huurders (55%) dan onder eigenaren van een koopwoning (46%).

HBZ: Wij zijn al jaren tegen de verkoop van goede huurwoningen, zie dit nieuwsitem.

6 – “De huurprijzen van slecht geïsoleerde woningen moeten omlaag.”

In de Wet Betaalbare Huur is ook puntenaftrek opgenomen voor slecht geïsoleerde huurwoningen. Voor het verlagen van de huren van slecht geïsoleerde huurwoningen is onder kiezers veel steun. Maar liefst 86% van de kiezers is hier voor. Slechts 7% van de kiezers is hier tegen.

Methodiek

Dit onderzoek vond plaats van in de periode van 30 september 2023 tot en met 6 oktober 2023. In totaal hebben 907 Nederlanders van 18 jaar of ouder de digitale vragenlijst ingevuld. Deze teekproef is via PanelClix benaderd.

De onderzoeksresultaten zijn op totaalniveau representatief naar geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en woonsituatie. De resultaten zijn gewogen naar stemgedrag bij de Provinciale Statenverkiezingen 2023. De weging is toegepast om te corrigeren voor eventuele over- of ondervertegenwoordiging van politieke voorkeuren. De resultaten op totaalniveau zijn betrouwbaar en representatief. De resultaten per politieke partijen indicatief: bij partijen met een klein aandeel kiezers is het aantal geënquêteerden klein, daarom dienen de percentages bij de kleinste partijen met terughoudendheid over genomen te worden. Bij grotere partijen zijn de percentages betrouwbaarder.

Plaats een reactie