Bericht van Aedes, 07-12-2016
De komende jaren blijft de behoefte aan sociale huurwoningen groot. Daarom is het ongewenst om een aanzienlijk aantal sociale huurwoningen aan commerciële partijen te verkopen. Na een aantal lastige jaren willen en kunnen woningcorporaties weer investeren. Dat zijn de belangrijkste punten in een brief van Aedes aan de Tweede Kamer. Die bespreekt donderdag 8 december 2016 zowel de rapportage De Staat van de Woningmarkt als het Sectorbeeld van de Autoriteit woningcorporaties.
Aedes reageerde eerder al samen met gemeenten (VNG, G4 en G32) en de Woonbond op de Staat van de woningmarkt. Daarin spraken zij nogmaals hun zorgen uit over de betaalbaarheid van sociale huurwoningen en de negatieve effecten van de verhuurderheffing op investeringen in nieuwbouw en duurzaamheid. Ook betwijfelen ze dat de behoefte aan sociale huurwoningen af gaat nemen. Op dit moment blijkt juist dat een steeds grotere groep woningzoekenden in Nederland is aangewezen op de sociale huursector.
Toename investeringen
Vorige week verscheen het Sectorbeeld van de Autoriteit woningcorporaties. Het bracht minister Blok tot de ontluisterende reactie dat ‘woningcorporaties uit gierigheid onvoldoende nieuwe huizen bouwen’. Blok ging daarmee volledig voorbij aan de prognoses van woningcorporaties. Het duurt in de bouw een aantal jaren voordat een omslag zichtbaar is in productiecijfers. Maar uit die prognoses bleek al eerder dat corporaties na een aantal lastige jaren weer kunnen en willen investeren. Na het dieptepunt (16.400 nieuwbouwwoningen) in 2015 worden dit jaar naar verwachting 23.000 huurwoningen gebouwd. Voor 2017 liggen er concrete plannen voor 26.000 woningen. En corporaties verwachten een sterke stijging van investeringen in energiebesparing.
Gebrek aan bouwlocaties
De wil om te investeren is er en in veel regio’s zijn financiële middelen beschikbaar. De investeringsruimte zou overigens veel groter zijn zonder de verhuurderheffing: 1,7 miljard euro heffing staat gelijk aan jaarlijks 60 miljard euro investeringsruimte. Woningcorporaties spreken met gemeenten en huurdersorganisaties af welke investeringen het hardst nodig zijn. Uit het Sectorbeeld blijkt overigens wel dat juist in veel gebieden met een tekort aan sociale huurwoningen de investeringsruimte beperkter is. Een andere oorzaak dat investeringen niet overal even snel los komen, is dat het soms ontbreekt aan goede bouwlocaties.
Geen uitverkoop corporatiewoningen
Minister Blok stelt dat er een eenvoudige oplossing is om te zorgen voor meer middeldure huurwoningen. Corporaties kunnen een groot aantal sociale huurwoningen verkopen aan commerciële partijen. Die verhuren ze vervolgens in de vrije sector. Deze woningen zijn echter hard nodig voor mensen die zijn aangewezen op de sociale huursector. De in de ogen van de minister te liberaliseren woningen zijn geen luxe woningen, maar woningen in gebieden met hoge huizenprijzen, wat grotere woningen voor gezinnen en nieuwe energiezuinige woningen. Samen maar liefst ruim één derde van alle sociale huurwoningen. Verkopen zou betekenen dat mensen die zijn aangewezen op sociale huur niet of nauwelijks meer kunnen wonen in bijvoorbeeld de regio’s Amsterdam en Utrecht, maar ook in grote delen van Noord-Brabant. Gezinnen zouden alleen nog in de dure vrije sector terecht kunnen. Onacceptabel, stelt Aedes.
Huurders Belang Zederik 