Financiële prikkel om mensen te laten verhuizen werkt niet. Huurders met hogere inkomens die in een goedkope sociale huurwoning zitten, laten zich niet afschrikken door hogere huren. Ze blijven zitten in hun woning en nemen extra huurverhogingen voor lief.
84 procent van de huurders met een inkomen boven de 40.000 euro blijft lekker zitten. De overige 16 procent zegt door de inkomensafhankelijke huurverhogingen vaker na te denken over verhuizen. Dit blijkt uit een onderzoek van Kantar TNS in opdracht van het ING Economisch Bureau.
Sinds 2013 mogen de huren voor hogere inkomensgroepen in de sociale sector extra worden verhoogd. Het overheidsbeleid om scheefwoners – mensen die in verhouding te veel verdienen om in een sociale huurwoning te zitten – te laten verkassen naar de vrijehuursector of de koopwoningmarkt, lijkt niet te werken.
Door de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen, zouden er meer sociale huurwoningen beschikbaar komen voor mensen met lage inkomens. In de praktijk blijkt dat die financiële prikkels mensen nauwelijks in beweging krijgen.
Er zijn meerdere verklaringen te geven, aldus de onderzoekers. Een van de redenen is dat een grote groep zich in zijn keuze om te verhuizen niet laat leiden door een huurverhoging maar door grote levensveranderingen, zoals een nieuwe relatie, de komst van kinderen of een echtscheiding.
Een andere reden dat de groep scheefwoners zich niet laat opjagen, is dat de huurders over het algemeen wat ouder zijn, vaak langer in de huurwoning zitten en gesteld zijn op hun woon- en leefomgeving. ,,Zij zijn honkvast en zullen niet zomaar bewegen als gevolg van een huurverhoging”, aldus het ING Economisch Bureau.
Een derde reden is dat er weinig alternatieven zijn in zowel de koop- als in de vrijehuursector.
Zo komen huurders vaak niet in aanmerking voor een koopwoning omdat hun inkomen te laag is of te veel fluctueert. Bovendien zijn de leenregels de afgelopen jaren aangescherpt waardoor ze meer spaargeld moeten meebrengen. Een toekomstige koper moet al gauw 10.000 euro aan eigen geld meenemen, terwijl de gemiddelde sociale huurder zo’n 1.200 euro op de bank heeft staan.
Een huurwoning in de vrije sector is vaak geen optie voor de scheefwoners. ,,Het aanbod is beperkt en de huren liggen op een dusdanig niveau dat het pas na jaren van maximale huurverhogingen financieel aantrekkelijk wordt om de sociale sector te verlaten”, concluderen de onderzoekers.
Er is de afgelopen jaren veel kritiek geweest op het beleid om huurders extra te belasten. Zo stelde de Woonbond dat door de inkomensafhankelijke huurverhogingen een deel van de huurders klem werd gezet. Volgens hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft, Peter Boelhouwer, bewijst de uitkomst van dit onderzoek het gelijk van de critici. ,,Zo’n beleid werkt alleen als er genoeg alternatieven zijn, en die ontbreken.”
Nederland neemt wat dat betreft internationaal gezien ook een uitzonderingspositie in. ,,We zijn het enige land waar de vrije huursector klein is en waar de woningen in de sociale huursector vrij prijzig zijn.”
Natasja de Groot, Algemeen Dagblad, 30-09-2017